ASS aan de binnenkant
ASS wordt meestal opgemerkt doordat mensen met ASS bepaalde kenmerken vertonen in hun gedrag die verschillend zijn van mensen zonder ASS (zie ook ‘Autisme aan de buitenkant’). Ze communiceren anders, hebben andere noden, enz.
Dit gedrag komt niet uit het niets, maar wordt veroorzaakt door onderliggende hersenprocessen (bv. informatieverwerking, prikkelverwerking, denkprocessen) die niet aan de buitenkant zichtbaar zijn. Deze interne processen zijn minstens even belangrijk, zowel voor het vaststellen van ASS als voor het omgaan met en ondersteunen van mensen met ASS. Denk maar aan zij die vrij goed kunnen compenseren voor hun moeilijkheden. Wie bij deze mensen op basis van gedrag oordeelt dat er niets aan de hand is, gaat voorbij aan hoe die persoon werkelijk functioneert.
Ter illustratie:
Voor Jonas, een tiener met ASS, is het niet evident de bus te nemen. Hij blijft dan ook vaak thuis of gaat te voet naar school. Vooraleer we Jonas hierbij kunnen helpen, moeten we ons de vraag stellen wat het nemen van de bus zo moeilijk maakt. Is het een drukke bus en raakt Jonas overprikkeld? Komt de bus vaak te laat en is de situatie daardoor onvoorspelbaar? Is er iemand aan de bushalte die een praatje wil maken met Jonas waardoor hij zich niet op zijn gemak voelt?, …
Doordat de informatieverwerking in de hersenen bij mensen met ASS anders verloopt, ervaren zij de wereld anders en reageren zij dus ook anders. Hieronder enkele voorbeelden:
- Prikkels uit de omgeving worden niet of anders geselecteerd. Mogelijk gevolg: alle prikkels worden verwerkt in de hersenen (bv. overprikkeling) of er wordt geen onderscheid gemaakt tussen relevante en irrelevante prikkels.
- Er wordt meer gefocust op details eerder dan op het geheel. Waar andere mensen zich snel een globaal beeld kunnen vormen (bv. enkele lijnen kunnen al voldoende zijn om te zien dat het een huis is), is dit vaak niet zo voor mensen met ASS. Informatie verwerken tot een geheel gaat moeizamer en kost meer energie en tijd.
- Zich dingen voorstellen die niet fysiek aanwezig zijn of die niet gaan over het hier en nu, lukt moeilijker (=verbeelding). Dit kan zich uiten op verschillende vlakken: zich inleven in de geestestoestand van anderen (gedachten, gevoelens…), zich voorstellen hoe iets in de toekomst zal zijn, abstract redeneren, kiezen, enz.
- Plannen en organiseren, een cruciale vaardigheid voor het bereiken van doelen, verloopt minder vlot. Veel mensen met ASS hebben hierbij ondersteuning nodig doorheen de volledige levensloop.
- Een verhoogde rigiditeit, ofwel een tekort aan flexibiliteit in denken en handelen, wordt vaak geassocieerd met ASS. Dit betekent dat mensen met ASS o.a. moeilijker kunnen afwijken van hun standpunt of idee, moeilijker de overgang maken tussen taken/activiteiten of geannuleerde/gewijzigde plannen toch moeilijk kunnen loslaten.
De informatie die dagdagelijks op ons afkomt vanuit de buitenwereld wordt dus anders waargenomen en verwerkt door mensen met ASS. Hierdoor krijgt de wereld voor hen vaak een andere betekenis. Wie naar een film kijkt en vooral aandacht heeft voor de kleuren en camerahoeken zal deze film volledig anders beleven dan iemand die zich laat meeslepen in het verhaal en de rollen van de acteurs.
Wanneer we het gedrag van mensen met ASS bekijken vanuit deze anders verlopende informatieverwerking en betekenisverlening, is hun gedrag helemaal niet zo vreemd.
Bronnen
- Baum, S. H., Stevenson, R. A., & Wallace, M. T. (2015). Behavioral, perceptual, and neural alterations in sensory and multisensory function in autism spectrum disorder. Progress in neurobiology, 134, 140-160.
- Demetriou, E. A., DeMayo, M. M., & Guastella, A. J. (2019). Executive function in Autism Spectrum Disorder: History, theoretical models, empirical findings and potential as an endophenotype. Frontiers in psychiatry, 10, 753.
- Van der Hallen, R., Evers, K., Brewaeys, K., Van den Noortgate, W., & Wagemans, J. (2015). Global processing takes time: A meta-analysis on local–global visual processing in ASD. Psychological bulletin, 141(3), 549.